Psalm 3 helpt je te richten op JHWH en Jezus

Psalm 3 helpt je te richten op JHWH en Jezus

Deze Psalm is onderdeel van de serie ‘Ochtendpsalmen‘ in het grotere geheel ‘Leven met de Psalmen.

[1] Een psalm van David, op de vlucht voor zijn zoon Absalom. 
[2] HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers, velen vallen mij aan,
[3] velen zeggen van mij: ‘God zal hem niet redden.’ sela
[4] U, HEER, bent een schild om mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande.
[5] Roep ik tot de HEER om hulp, Hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. sela
[6] Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij.
[7] Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen.
[8] Sta op, HEER, red mij, mijn God, sla mijn vijanden in het gezicht, breek de tanden van de wettelozen.
[9] Bij U, HEER, is redding, uw zegen rust op uw volk. sela

Inleiding

Na twee inleidende Psalmen begint het boek der Psalmen met het eerste van vijf kleiner gedeelten. Boek 1 behelst Psalm 3 tot en met 41 en wordt ook wel het ‘boek van de nacht’ genoemd. Dat zien we vooral terug in de eerste psalmen van dit boek. 

Psalm 4:5 
In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in,
 want U, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.

Psalm 5:4
In de morgen, HEER, hoort U mijn stem, in de morgen wend ik mij tot U en wacht.

Psalm 6:7
Moe ben ik van zuchten, elke nacht is mijn kussen nat, mijn bed doorweekt van tranen.

En ook in deze Psalm 3:6
Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij.

Er was een gewoonte onder het volk om in de Tempel te slapen in de hoop richting van God te ontvangen voor hun leven bij het slapen gaan of het ontwaken. Psalm 91 laat dat ook goed zien: Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende (…)

In de monastieke traditie van de Benedictijnen is Psalm 3 de eerste ochtendpsalm die gezongen wordt en Psalm 4 de eerste nachtpsalm. Het woordje sela heeft hier de functie van een koppelwoord. Het koppelt Psalm 3 aan Psalm 4. Op dat woordje sela kom ik later nog eens terug. Maar het is een mooie manier om te laten zien dat Gods bescherming er is op ieder uur van de dag in alle omstandigheden. 

Wat zien we om ons heen?

Wat ziet David?

In vers 2 en 3 zien we wat David ziet. Het opschrift van de Psalm laat zien dat David op de vlucht is voor zijn zoon Absalom. Deze geschiedenis lezen we terug in 2 Samuel 15-17. David roept het uit tot God. Hij is bang voor een bloedbad nu zijn zoon Absalom de macht heeft overgenomen. David vlucht de stad uit met zijn hofhouding en de Levieten komen met de ark achter hem aan. Maar David wil dat de ark teruggebracht wordt naar Jeruzalem als teken van de aanwezigheid van God en het koningschap van de HEER temidden van zijn volk. David vlucht richting de woestijn en Absalom neemt Jeruzalem in en neemt de bijvrouwen van David tot zicht. Absalon wil maar één ding: de dood van zijn vader. 

We zien tweemaal het woordje ‘velen’. Een teken dat David wanhopig is. Hij heeft veel vijanden. Naast zijn zoon Absalom is zijn beste adviseur en vriend Achitofel overgelopen naar het kamp van Absalom. En het is Absalom die een leger mobiliseert waarin alle mannen uit heel Israel zich verenigen tegen David. 

Ze klagen David aan: Er is geen redding voor jou! Een logische gedachte na wat David had gedaan. Hij had geslapen met Batseba en er voor gezorgd dat Uria, de eigenlijke man van Batseba, zo in de strijd werd opgesteld dat hij zou sneuvelen. In 2 Samuel 12:10-12 lezen we dat de profeet Nathan naar aanleiding van dit gebeuren profeteert dat zijn eigen familie een bron wordt van ellende, zijn vrouwen gegeven zullen worden aan iemand van de eigen familie en dat moord en doodslag om zich heen zullen grijpen. En het klopt. Absalom neemt de vrouwen van David tot zich, brengt zijn broer Amon om en doet een gooi naar het koningschap door het volk te winnen tegen zijn vader. Er lijkt geen redding meer voor David. 

Wat zien wij om ons heen?

Hopelijk herken je jezelf niet in de omstandigheden waarin David zich bevond. Dat er moord en doodslag in je familie is of dat je op de vlucht moet voor je eigen familie. Het is lastig om jezelf er mee te vereenzelvigen. Maar misschien herken je wel de gedachte van David bij jezelf dat je ook wel eens denkt dat er bij God geen redding is. Is er echt wel vergeving voor wat ik gedaan heb? Het is al de zoveelste keer dat ik deze misstap bega. God ziet me aankomen. Zijn geduld moet toch wel een keer op zijn? Dit zijn van die gedachten die ik wel herken. Als ik weer vergeving moet vragen om de boosheid die ik laat zien naar mijn kinderen of als ik met verkeerde ogen naar mensen kijk. Is er echt altijd vergeving?

En misschien blijft het woordje ‘velen’ ook haken bij jou. Dat je ook het idee hebt dat iedereen tegen je is. Dat je je eenzaam voelt in je vriendenkring, dat er een fikse discussie in de familie is en jij de enige bent die een afwijkende mening hebt. Of dat je in je werk een bepaalde kant op wilt maar de rest van de groep collega’s daar helemaal niks voor voelt. En ga zo maar door. Ik weet zelf dat die momenten heel eenzaam kunnen voelen. Dat het lijkt dat iedereen tegen je is en je echt tijd nodig hebt om daar goed over na te denken hoe je je daarin opstelt naar de rest. Moet ik blijven vechten? Moet ik het laten rusten of laten gebeuren? Of moet ik vluchten?

Wat ziet Jezus?

‘God zal hem niet redden’ is een zin die voor Jezus ook herkenbaar is. In Mattheus 27:43 lezen we: Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Het is een tekst die ook verwijst naar Psalm 22. Die begint met de bekende woorden ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Iedereen liet Hem in de steek. De farizeeën hadden het hele volk, net als Absalom bij David, gemobiliseerd tegen Hem. En de vrienden van Jezus liepen ook weg. Het lijkt of Hij helemaal alleen is. De profeet waarvan gezegd werd dat Hij de Messias was en het volk zou bevrijden van de Romeinen was lijkt roemloos ten onder te gaan. Het lijkt of Hij verloren heeft net als David in Psalm 3.

Maar is dat ook zo? Als je om je heen kijkt lijkt dat misschien inderdaad zo. De vraag die we onszelf moeten stellen is waar we naar kijken. 

Wat geloven we?

Wat David geloofd

In vers 4 tot en met 7 zien we een verandering in het blikveld van David. Van horizontaal kijken van wat er om ons heen gebeurd naar een verticaal kijken. David kijkt omhoog naar JHWH. Hij spreekt een geloofsbelijdenis uit. ‘Maar U HEER bent een schild om mij heen. U bent mijn eer, U houdt mij staande’. Hij roept God aan als zijn Koning. Een koning werd in die tijd ook omschreven als iemand die een schild was voor zijn volk. Het is David die zijn vertrouwen uitspreekt in JHWH in alle moeilijke omstandigheden. 

Een tekst die prachtig aansluit bij deze ommekeer bij David en wijze raad voor hem en voor ons lezen we in Spreuken 3. In vers 1 lezen we: ‘Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet, houd in je hart mijn richtlijnen vast. Vers 5-7: Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg. Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. 

Dat deed David dus eerst niet. Hij ging voor eigen eer en deed wat hijzelf wou en vertrouwde niet op de Heer. Maar na zijn misstap met Batseba en de gevolgen die dat allemaal met zich meebracht is het nu David die zich keert naar JHWH. Hij stelt zijn vertrouwen op Hem. En God zal zorgen voor degene die dat doen. 

En in vers 24-26: Je hoeft niet bang te zijn wanneer je slapen gaat, je slaap zal vredig zijn. En wees niet bang voor plotseling onheil, voor de rampspoed die goddelozen overkomt. Je kunt vertrouwen op de HEER, Hij beschermt je tegen hinderlagen. 

Wie op God vertrouwd en niet eigenzinnig is hoeft niet bang te zijn. Ook niet als hij gaat slapen want de Heer beschermd je. Ook voor plotseling onheil. En dat spreekt David ook uit. ‘Ik ga liggen, val in slaap, en wordt wakker, de Heer beschermd mij’. 

Wat wij mogen geloven

Zo worden wij ook opgeroepen ons vertrouwen te stellen op God. Om ons hart te keren naar Jezus. Telkens wanneer we weer op onszelf wilden vertrouwen en handelen op eigen inzicht is het Jezus die ons uitnodigt en terugroept. Jezus, de ware David! Zoals David ging liggen, slapen en opstaan is het Jezus die leed, stierf en weer opstond uit de dood. Bij Jezus is redding. Hij versloeg de grootste vijand, de dood. Hij gaf zijn leven voor de ‘velen’ die ook in deze psalm worden genoemd. Ook voor jou en mij. Hoe vaak hebben we onze rug niet gekeerd naar Jezus in ons gedrag en denken. Vertrouwden we op ons zelf. Maar daar is altijd weer de uitnodiging van Jezus om ons geloof in Hem te belijden, ons te keren naar Hem en onze redding alleen bij Hem te zoeken en nergens anders. 

David zegt: ‘Hij antwoord mij vanaf zijn heilige berg’. Het is God die hét antwoord geeft op de heilige berg Golgotha. Jezus is onze redding. Wij hoeven niet te vrezen voor de tienduizenden omdat er redding is in het fundament Jezus Christus. Jezus staat op om te redden

Gebed

Waar David om bidt

In vers 8 en 9 lezen we waar David om bidt. Het was David die terugkeek op zijn leven en vraagt aan God om hem te helpen zoals hij in het verleden ook altijd heeft gedaan. ‘Sta op, God’ is een gebed om de gunst van de Heer. We vinden dit terug in Numeri 10:35 waar dit het gebed was van het volk Israel als ze met de ark verder de woestijn introkken dat god de vijanden uiteen zou stuiven. 

‘Sta op’ – Kûmah – heeft ook alles te maken met de verrijzenis. Jezus staat op om te redden. Hij gebiedt dit ook aan het dochtertje van Jaïrus in Markus 5. En in de Psalmen lezen we het ook vaak terug (Psalm 12:6, 68:2, 102:14). God staat op om vijanden uiteen te drijven, recht te spreken en op te komen voor de onderdrukten. 

Nog een gebed van David: Red mij’. Deze uitroep komt 57 keer voor in de Psalmen, vooral in het eerste gedeelte. David spreekt zijn vijanden tegen. Waar die in het begin van die Psalm zeiden God zal hem niet helpen zegt David nu tegen hen: ‘Bij God is redding’. Een mooie oproep aan ons om onze vijanden tegen te spreken. De leugenachtige gedachten in ons denken, de mensen die ons voor gek verklaren omdat we Jezus volgen. Herinner jezelf er steeds weer aan dat er alleen maar redding te vinden is in Jezus. En laat op je eigen manier dat horen aan de mensen om je heen. En dan zul je zegen en vrede ervaren zoals David die aan het einde ook uitspreekt. 

Slot

Deze psalm is een prachtige Psalm om de ochtend mee te beginnen. Het is een open gebed van vertrouwen in Gods reddende kracht. Om jezelf te herinneren dat je redding alleen te vinden is bij Jezus. We leren mee te bidden met David die zich richt op JHWH. En het helpt ons leven te richten op de reddende Jezus Christus die getuigd van de overwinning op de slaap/dood een de vijanden van het leven. 

Geef een reactie